1ste 30 credits



Leesportfolio Nederlands

leesautobiografie: Ik ben nooit zo'n grote fan geweest van lezen.
 Toen ik klein as las mijn moeder of vader me soms voor voordat ik naar bed ging.
Dit waren dan kleine verhaaltjes uit het grote sprookjesboek, die mijn ouders me dan heel enthousiast vertelden. Ze slaagden er goed in om te doen blijken dat zij geboeid waren door het verhaal, ze lachten mee met bepaalde fragmenten uit het boek en de dag daarna vertelden ze me er ook veel over.
op een bepaald moment moest ik van mijn ouders beginnen om zelf de sprookjes voor te lezen.
Dit ging na een tijdje al best wel goed totdat ik vloeiend kon lezen. Vanaf dit moment vonden mijn ouders het niet meer nodig dat ik 's avonds sprookjes moest lezen. Zo was er geen noodzaak om te lezen en deed ik het ook niet veel  meer als ik thuis was. Op school las ik nog wel altijd verhaaltjes enzo, maar thuis dus niet meer. In het vierde leerjaar moest ook thuis boeken gaan lezen en in het vijfde mochten we die boeken zelf uitkiezen. ik heb toen veel gelezen van o.a. Roald Dahl . In het eerste middelbaar ben ik wel boeken beginnen lezen, weliswaar tegen mijn luie wil in.
In het tweede begon ik de beken al iets leuker te vinden, ik las toen iets sneller door de boeken heen en begreep ze beter. Nu vindt ik boeken best wel leuk, ik hoop dat ik naar de toekomst toe het nog leuker ga vinden om te lezen. Het lezen van boeken vergemakkelijkt het snel begrijpen van een tekst. Dit is iets waar ik moeite mee heb, dus zou het beter voor me zijn om meer te lezen.
ik las toen ik nog op de lagere school zat wel graag boeken van Roald Dahl. Hij had een bijzondere stijl van vertellen. Hij speelde veel met humor en bizarre omstandigheden en dat sprak me wel aan.
Ook vond ik als vroege tiener de boekjes van Geronimo Stilton wel aantrekkelijk, omdat er daarin wat plaatjes stonden, die het lezen wat vergemakkelijkten, zodat als je het verhaal niet goed volgen kon, je toch nog een idee kreeg van wat er zich afspeelde.

Recensie "Helaasheid der Dingen"van Dimitri Verhulst

In dit boek wordt voor het grootste deel de jeugd van Dimitri Verhulst beschreven. Dimitri woont in het fictieve Reetveerdegem en groeit er op in een nogal marginaal en arm gezin. Zijn familie mag dan wel arm zijn, maar ze kunnen allemaal ontzettend goed drinken. Het is er de gewoonte al het maandelijkse geld op te maken aan drank en sigaretten. Dimitri's broers hebben hun leven verkwiest en hangen iedere dag aan de bar. Dimitri gaat vaak mee ondanks het feit dat hij minderjarig is. Maar naast al de problemen in het gezin, heerst er wel een zeer sterke band.

In dit boek komen veel elementen uit de jeugd van Dimitri Verhulst terug. De schrijver weet dus waarover hij het heeft en schrijft dus uit ervaring een goed boek.



Gedichtenanalyse

vriend
je hebt iemand nodig
stil en oprecht
die als het erop aan komt
voor je bidt of voor je vecht
pas als je iemand hebt
die met je lacht en met je grient
dan pas kun je zeggen:
'k heb een vriend

als je iemand hebt
die alles met je deelt
de tafel en het bed
één die nooit verveelt
als je iemand hebt
die al je zorgen heelt
weet je wat dat zeggen wil
weet je wat dat scheelt?

je hebt iemand nodig
stil en oprecht
die als het erop aan komt
voor je bidt of voor je vecht
pas als je iemand hebt
die met je lacht en met je grient
dan pas kun je zeggen:
'k heb een vriend

pas als je iemand hebt
die met je lacht en met je grient
dan pas mag je zeggen:
ik heb 'n vriend

Analyse:
Toon Hermans probeert met zijn gedicht "Vriend" uit te drukken wat vriendschap eigenlijk inhoudt. Het zijn mooie woorden die ook echt gaan leven wanneer ze overeenstemmen met eigen ervaringen. Wanneer die woorden je doen denken aan wat je zelf mocht meemaken. Wanneer je achter die woorden gebeurtenissen herkent en een gezicht ziet staan…






----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



MEI
Inleiding Boek I

Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht,
In een oud stadje, langs de watergracht -
In huis was 't donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels van mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen als een orgelpijp,
De klanken schudden in de lucht zo rijp
Als jonge kersen, wen een lentewind
In 't bosje opgaat en zijn reis begint.
Hij dwaald' over de bruggen, op de wal
Van 't water, langzaam gaande, overal
Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust.
En menig moe man, die zijn avondmaal
Nam, luisterde, als naar een oud verhaal,
Glimlachend, en een hand die 't venster sloot,
Talmde een poze wijl de jongen floot...

Analyse:
Herman Gorter schetst een beeld van een lente avond en het fluiten van een jongen terwijl het gewone leven zijn gangetje ging.




----------------------------------------------------------------------------------------------------------

AAN EEN KLEIN MEISJE
Dit is het land, waar grote mensen wonen.
Je hoeft er nog niet in: het is er boos.
Er zijn geen feeën meer, er zijn hormonen,
en altijd is er weer wat anders loos.
En in dit land zijn alle avonturen
hetzelfde, van een man en van een vrouw.
En achter elke muur zijn and’re muren
en nooit een eenhoorn of een bietebauw.
En alle dingen hebben hier twee kanten
en alle teddyberen zijn hier dood.
En boze stukken staan in boze kranten
en dat doen boze mannen voor hun brood.
Een bos is hier alleen maar een boel bomen
en de soldaten zijn niet meer van tin.
Dit is het lang waar grote mensen wonen…
Wees maar niet bang. Je hoeft er nog niet in.


Analyse:
Gedicht van Annie M.G. Schmidt over de weg naar de volwassenheid. Als je jong bent wil je juist ouder zijn maar als je ouder bent besef je dat het zo slecht nog niet was om klein te zijn en beschermd te zijn van de minder mooie dingen in het leven.


Meisje
...............................................................................................................................................
Minnaars, Minnaars

Vreselijker wreedheid dan door vijanden begaan
wordt minnaars minnaars aangedaan.
Hoe het hoofd te bieden aan wie in dat hoofd
al binnendrong en rooft? Vijand
komt niet zo diep, bonkt tegen buitenkant


Analyse
Gedicht van Judith Herzberg over hoe een vriend nog erger dan een vijand kan zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten